Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En wanneer iemand zijn huis zal [17]geheiligd hebben, dat het den HEERE heilig zij, zo zal de priester dat schatten, naar dat het goed of kwaad is; gelijk als de priester dat geschat zal hebben, zo zal het stand hebben. 17. Dat is, door gelofte aan God vrijwilliglijk opgedragen en toegeeigend zal hebben, waardoor het den priester toebehoorde, in welk geval, wanneer men het lossen wilde, de schatting der waarde naar des priesters uitspraak geschieden moest, en dan nog het vijfde deel er bij komen.